1461 Blokhuis
op de Staaij
Ter verdediging
van westzijde van de stad Venlo bouwde zij tegenover de stad aan de
Blerickse zijde bij de Staaij in 1461 een houten blockhuijs. Het
daarvoor benodigde hout werd gehaald uit de bezittingen van de
‘Bruurschap van Sint Theunis’. Ter compensatie - ‘in recompens van
einigh afgehouwen holt ten gemeijnten erve, also nihil’- kreeg de
Broederschap van de Hertog van Gelre vrijstelling van bepaalde
grondbelastingen. De Broederschap van St. Antonius bestond echter al
rond 1400.
1680 Pastoor
Pontanus en de Schutterij
Van 1219 tot 1837
leverde de Norbertijnenabdij in het Belgische Averbode de pastoor van
Blerick. Joannes Evangelista Pontanus vervulde deze functie van 1642 tot
1688.Hij was een geletterde man en van zijn hand bevinden zich in het
kerkarchief nog vele brieven. Zijn verhouding tot de gildenbroeders was
niet direct goed te noemen. Hij verweet hen van alles. Onder andere het
feit dat zij de jaarlijkse kermis hadden verplaatst van de eerste zondag
van oktober naar Pinksteren. En ook dat zij in de kerk eigenhandig een
eigen altaar met bedienaar hadden ingesteld. Daarvoor gebruikten zij de
inkomsten uit andere altaren. Hij maakte ook een reglement voor de
gildenbroeders. Enkele regels daaruit zijn:
1. Ten eersten,
dat niemant en sal ingeschreven en ontvangen sal worden in de
Broederschap onder de ouderdom van dertig jaeren.
2. Dat het getal
der Broederschap sal wesen 30 paer en niet meer, soo men sijdt dat
eertijds is geweest.
7. Dat op
feestdaegen der heijligen patroonen de Broederschap sal compareren in de
christelijcke dienst en bidden voor de afgestorven broeders.
8. Dat de
Broederschap op sondagh voor Pinxten ofte op onser Heeren Hemelvaart,
naar ouder gewoonte, vogel sal schieten en dan vergaderinge en teerdagen
sal hebben op der schutterscamer bove de schole, geen jonck volck noch
knechten noch maeghden noch jacht van jongens en sal daer bij mogen
comen alleenlijck de huijsvrouwen, gelijck op andere plaetsen de maniere
is, sullen mogen bereijden eenige spijsen en comen daermede bij haer
lieder mans om al tesamen in vrindtschap te leven, eten en te drincken
en vrolijck te wesen secundum faciem sanctorum.
1688 Ruzie in
het Schutterslokaal
Het
Schutterslokaal heeft eeuwenlang samen met de school en het raadhuis een
geheel gevormd. Tot 1827, toen werd het afgebroken, lag dit gebouw op de
tegenwoordige kruising Antoniuslaan, Helling, Antoniusplein en
Kloosterstraat. In het jaar 1688 was er weer eens een vergadering van
het Antonius- en Sebastianusgilde in het Schutterslokaal. Op een gegeven
ogenblik liep de spanning zo hoog op dat er een heftige woordenwisseling
ontstond. Daarop besloot een van de broedermeesters de vergadering
ergens anders voor te zetten. Enkele medestanders waren het met hem eens
en volgden hem. Zij gingen naar de herberg van de ‘secretaris’ Hendrick
ingen Rijth. Dit huis werd toen ‘het Huijs op de Bath’ genoemd. Wij
kennen dit nog steeds bestaande café als ‘Sur Meuse’ aan de Helling,
toen ‘Kerckstraetjen; geheten.
1756
Antoniusbroederschap grondeigenaar
“In het jaer 1756
den 27 aprijl sijn de landerie van de gilt alhier door de semptelicke
scheepens ende gildemeesters te weeten W.Verheijen en L.Coopmans aen de
meest biedende publijckelijck verpaght volgens conditie.” Het betrof
hier negen percelen akkerland gelegen op verschillende locaties in
Blerick. De totale grootte van deze percelen bedroeg, omgerekend in
hectares, 3 hectare, 19 are en 50 centiare. De pacht werd in natura (koren)
betaald. De bovengenoemde percelen lagen onder andere aan Boekenderweg,
de Hazenkamp, de Vossener. de Eijckenkamp en de Hoenderberg.
1771
Verteringslijst St. Antoniusdag en St. Sebastianusdag
In de Blerickse
archieven komen regelmatig ledenlijsten van de gilden voor. Zo ook de
door gildenmeester A(ndries) Peeters op 20 maart 1771 opgemaakte lijst
van verteringen op St. Antonius- en St. Sebastianusdag. De leden van St.
Antonius (43 leden) kregen als teergeld 12 stuivers Cleefs per man en
die van St. Sebastianus (46 personen) 8 stuivers Cleefs per man. Veel
Blerickse mannen waren van beide gilden lid. Dat is op deze lijst goed
te zien. Van de 43 gildenbroeders van St. Antonius waren er liefst 38
ook lid van St. Sebastianus. Op de lijst staan nogal wat familienamen
die nu nog in Blerick voorkomen. Onder andere van de familie Welles
liefst vijf.
1888 Groot
Schuttersfeest in Blerick
Op zondag 27 mei
1888 werd er door St.Thomas een groot Schuttersfeest georganiseerd. Er
hadden zich niet minder dan 20 schutterijen aangemeld. Voor de aanvang
van de wedstrijden werd op het raadhuis de erewijn gedronken. Er werd
geschoten op Carleij’s Bóngerd aan de Koestraat, de huidige
Kloosterstraat. Na een spannende strijd werd de eerste prijs gehaald
door Schutterij St. Aldegondis uit het Midden-Limburgse Buggenum. Deze
prijs bestond uit een gouden medaille en een geldprijs van dertig
franks. Hij werd uitgereikt door erevoorzitter notaris J.M.L.H. Clercx.
In het hele dorp hingen de vlaggen uit en er waren veel bezoekers uit de
regio. Er reden zelfs extra treinen en de firma Berger uit Venlo had
zelf speciale bootdiensten ingezet. Er werd tot in de late uren gefeest.
1891
Weerbaarheidsvereniging
De vrijwillige
weerbaarheidsvereniging St. Thomas werd in 1891 opgericht. Zij was
compleet met schutters, een bestuur en koninklijk benoemde commandant en
officieren. De weg naar ondersteuning van rijkswege was daarmee
opengelegd. Voor zover bekend heeft het bestuur nooit de moeite genomen
ook de koninklijke goedkeuring van de statuten en koninklijke erkenning
ter verwerven. Kennelijk was het beoogde doel, namelijk het voldoen aan
de eisen zoals gesteld in het Koninklijk Besluit van 12 mei 1867 bereikt
en daarmee was men tevreden. Waarschijnlijk was het moeizame tempo
waarin de benoeming van commandant en officieren tot stand was gekomen
geen aanbeveling om op die weg door te gaan. Een en ander werd de
burgemeester van Maasbree op 1 oktober 1891 door de Commissaris der
Koningin in het Hertogdom Limburg schriftelijk meegedeeld. Op 17
augustus 1891 werd het reglement voor St. Thomas dienovereenkomstig
aangepast.
1893 St.Thomas
grondeigenaar
St. Thomas schoot
aanvankelijk op een terrein dat was gelegen bij de splitsing van de
Molenbossen en de Romeinenweg. Dit terrein werd gepacht van notaris
J.M.L.H. Clercx. Toen deze in 1894 overleed, werden zijn onroerende
bezittingen publiek verkocht. Het schuttersterrein was een van de kavels
die werden verkocht. Het was de 41e verkoop en bestond uit
‘dennenbosch en hakhout’ aan de Langert Sectie B, nrs. 996 t/m 999
tesamen groot 75 are en 60 centiaren. Namens de Schutterij werd het
perceel voor zeven en zestig gulden gekocht door Willem Schreurs in zijn
hoedanigheid van kapitein-commandant van de Schutterij. In hetzelfde
jaar kocht de Schutterij nog een perceeltje grond grenzende aan het
voornoemde van landbouwer Joannes Geraeds. Het betrof hier een perceel
ter grootte van 15 are en 30 centiaren. Lang is de Schutterij niet in
het bezit van de grond geweest. Want al in 1908 verkocht zij haar bezit
aan de Tegelse kleiwarenfabrikant Paul Teeuwen, die vlakbij het
schuttersterrein een ringoven had gebouwd.
1900 De
Schutterij trekt uit
As róngk 1900 de
Schötterie očttrok, stóng gans Bličrick op stelte. Zeej trok očt met
einen troep zoëe groëet wie ein compie infanterie. De kommandant goof ’t
vertrekkommando en dao góng ’t al in de richting van de scheetrooj aan
de Meulebös. Broekmans Karel sloog zoëe herd op de dieke tróm det de
kuuj en de geite in de stel zich has lostrokke. Op ’t scheetterrein
aangekómme stónge Iëewalds Han en Breerhuuskes Trui al klaor met ein
paar vaetjes natigheid. Dao woord ens duchtig van gepreuf. In ’t midde
van ’t terrein stóng de vógel op eine staak te wachte en róngkum ein
paar päöl um op te legge. Veur ’t schete begós, woort d’r iëers nag
einen Onze Vader gebaejd. Nao einen houp scheut begós de voge te wankele
en wae um den d’r van schoot, mog zich ein jaor lang keuning neume. De
keuning woort gehuldig door um ens flink aan de haor te trekke. Asse den
eine flinke kop met haor heis, waas det neet leuk. Daonaeve kreeg hae
ouk nag eine premie, maar daoveur mós hae ein tón beer gaeve. Die woort
den in ’t schutterslokaal lekker opgeklep. Ze zegge neet veur niks:”As
ein kalf neet wil drinke, zet ut den maar ein schuttersmuts op.”
1906
Schuttersfeest in Blerick
Op zondag 15 juli
1906 organiseerde St. Thomas opnieuw een Schuttersfeest. St. Thomas werd
toen Koninklijke Schutterij St. Thomas genoemd. Er werd geschoten op het
terrein achter café Looyen aan de Broekstraat, de tegenwoordige
Pepijnstraat. Er waren twee duizend overdekte zitplaatsen. Het feest
werd opgeluisterd door verschillende muziekgezelschappen. De eerste
prijs ging naar Schutterij St. Antonius uit Heijthuizen. De verstkomende
Schutterij kwam uit Siebengewald. De exercitieprijs ging naar St.
Martinus uit Horn. St. Sebastianus uit Sevenum was de Schutterij met het
meeste aantal Schutters. Al met al kon worden gesteld dat het feest goed
geslaagd was.
Blerick, 24
januari 2010
Jacq Grubben